“Het is een weldaad Bob De Moor te horen vertellen, met zijn meesterlijke dictie en perfecte timing”, schreef Knack Focus vorig seizoen na de première van Wildeman.
Bob De Moor geeft in Wildeman gestalte aan Beer, een gekwelde herbergier die een enorm schuldgevoel torst. Hij sluit zich elk jaar in augustus op in z’n zolderkamer in Amsterdam om af te dalen in de gebeurtenissen van z’n leven. Het is een geschiedenis van verdriet en schaamte, met het broeierige Antwerpen van de 16e eeuw als decorum.
Op uitnodiging van artistiek directeur Piet Arfeuille schreef Jeroen Olyslaegers, uitgaande van zijn bejubelde historische roman Wildevrouw, een nieuwe monoloog voor rasverteller Bob De Moor. In Wildeman krijgt de persoonlijke geschiedenis van Beer de focus. Hoe ga je met verdriet om? Mag je langer rouwen dan de omgeving dat meestal verdraagt? Kan er een moment komen waarop je je niet meer verzet tegen de pijn, maar die als het ware omarmt of loslaat? En hoe ga je om met een schuldgevoel? Blijft het opgesloten in je lichaam en ziel? Of komt er een moment dat het woorden krijgt en tot inzichten leidt?
Met steun van de Vlaamse Gemeenschap
Deze productie kwam tot stand met de steun van de Tax Shelter maatregel van de Belgische Federale Overheid via Flanders Tax Shelter.
Over Jeroen Olyslaegers
Jeroen Olyslaegers (1967) is schrijver van romans, columns en theaterteksten. Zijn roman ‘Wij’ werd genomineerd voor de Gerard Walschap Literatuurprijs. Met ‘Wil’ won hij de Fintro Literatuurprijs. In 2014 ontving hij de Arkprijs van het Vrije Woord voor zijn werk en maatschappelijk engagement, en de Edmond Hustinxprijs voor zijn theateroeuvre.
Over Bob De Moor
Bob De Moor (1949) is al van bij het prille begin een fundament van Theater Malpertuis. Eerst als acteur, daarna als artistiek leider (2002-2009). Na Malpertuis is De Moor bezieler geworden van het Vernieuwd Gents Volkstoneel waarmee hij, samen met vaste tekstschrijver Jo Van Damme, het genre een hernieuwde erkenning meegaf. De Malpertuisproductie ‘Olivetti 82’ speelde Bob maar liefst 150 keer. Tijd dus voor een waardige opvolger.
